De termijn voor het opmaken en publiceren van de jaarrekening wijzigt
De Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening is recent in werking getreden. De wet brengt verschillende wijzigingen in het jaarrekeningenrecht mee. Graag wijzen wij u op enkele praktische consequenties. De nieuwe bepalingen gelden voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2016.
Voor de jaarrekening over het boekjaar 2015 kunt u zich aan de oude termijnen houden.
Kortere verlengingstermijn voor het opmaken van de jaarrekening
Het bestuur van de vennootschap moet jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening opmaken en voor de aandeelhouders ter inzage leggen. Deze termijn kan worden verlengd. Deze verlengingstermijn voor naamloze en besloten vennootschappen wordt teruggebracht van (maximaal) zes naar vijf maanden. Dit houdt in dat u de jaarrekening over het boekjaar 2016 bij verlenging van de opmaaktermijn uiterlijk op 31 oktober 2017 opgemaakt en ter inzage gelegd moet hebben, als het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar (artikel 2:210 lid 1 BW voor besloten vennootschappen en artikel 2:101 lid 1 BW voor naamloze vennootschappen)
Sneller deponeren
De uiterste termijn waarbinnen de rechtspersoon (haar bestuur) de jaarrekening bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel moet deponeren wordt verkort van dertien maanden naar twaalf maanden (artikel 2:394 lid 3 BW). Dit houdt in dat u de jaarrekening over het boekjaar 2016 uiterlijk op 31 december 2017 moet hebben gedeponeerd, als het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar.
Indien de jaarrekening op een eerder moment wordt vastgesteld, moet de rechtspersoon (haar bestuur) de jaarrekening binnen 8 dagen na de vaststelling deponeren (artikel 2:394 lid 1 BW). Deze termijn wijzigt niet.