Het Licorne-arrest. Schade van aandeelhouders: afgeleide of directe schade?
De Hoge Raad deed in september 2018 in het Licorne-arrest uitspraak (ECLI:NL:HR:2018:1811) over het leerstuk van afgeleide schade. In samenwerking met de Academie voor de Rechtspraktijk en avdrlegalflix.nl heeft Rogier Wolf deze uitspraak in deze video toegelicht.
Afgeleide schade:
In het ondernemingsrecht is het Poot/ABP-arrest over afgeleide schade een bekend leerstuk. Als een derde aan een vennootschap vermogensschade toebrengt door wanprestatie in een contractuele verplichting of door gedragingen die jegens de vennootschap onrechtmatig zijn, heeft alleen de vennootschap een vordering tot vergoeding van deze schade. In beginsel komt aan aandeelhouders in de vennootschap niet toe een vordering tot schadevergoeding bestaande in vermindering van de waarde van hun aandelen of gemiste koerswinst die het gevolg is van die wanprestatie of onrechtmatige daad jegens de vennootschap. Zie onder meer HR 2 december 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1564, (Poot/ABP) en HR 15 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2443, (Chipshol/Coopers & Lybrand). De gedachte achter deze regel is dat door vergoeding van de door de vennootschap geleden schade de aandeelhouders indirect gecompenseerd worden.
Wat was de casus van de uitspraak?
Licorne Holding koopt van Licorne International alle aandelen in Licorne Nederland tegen EUR 5 miljoen. Van de koopsom is EUR 2 miljoen omgezet in een achtergestelde lening. Licorne Nederland is betrokken bij onderzoek naar BTW-fraude. Daarvoor zijn garanties en vrijwaringen in de koopovereenkomst en een mogelijkheid tot verrekening met achtergestelde lening opgenomen. Licorne Holding en Licorne Nederland vorderen schadevergoeding van en beroepen zich onder meer op opschorting jegens Licorne International. De vordering tot schadevergoeding waarop Licorne Holding haar beroep op opschorting baseert, vloeit voort uit de schending van de garanties uit de koopovereenkomst jegens haar. Zij is geen afgeleide schade, maar eigen schade die Licorne Holding als koper van de aandelen in Licorne Nederland heeft geleden. Die aandelen bleken minder waard te zijn dan Licorne Holding op grond van de garanties mocht verwachten. Daardoor heeft zij ook een te hoge koopprijs betaald.