Het Potplantenkwekerij-arrest. Schade van aandeelhouders: afgeleide of directe schade?
De Hoge Raad deed in oktober 2018 in het Potplantenkwekerij-arrest uitspraak (ECLI:NL:HR:2018:1899) over het leerstuk van afgeleide schade. In samenwerking met de Academie voor de Rechtspraktijk en avdrlegalflix.nl heeft Rogier Wolf deze uitspraak in deze video toegelicht.
Afgeleide schade:
In het ondernemingsrecht is het Poot/ABP-arrest over afgeleide schade een bekend leerstuk. Als een derde aan een vennootschap vermogensschade toebrengt door wanprestatie in een contractuele verplichting of door gedragingen die jegens de vennootschap onrechtmatig zijn, heeft alleen de vennootschap een vordering tot vergoeding van deze schade. In beginsel komt aan aandeelhouders in de vennootschap niet toe een vordering tot schadevergoeding bestaande in vermindering van de waarde van hun aandelen of gemiste koerswinst die het gevolg is van die wanprestatie of onrechtmatige daad jegens de vennootschap. Zie onder meer HR 2 december 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1564, (Poot/ABP) en HR 15 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2443, (Chipshol/Coopers & Lybrand). De gedachte achter deze regel is dat door vergoeding van de door de vennootschap geleden schade de aandeelhouders indirect gecompenseerd worden.
Wat was de casus van de uitspraak?
Een holding hield aandelen in een dochter en haar kleindochters. Holding kocht een containerveld aan ten behoeve van de activiteiten in potplanten van de (klein)dochters. De gemeente gelaste met de ontwikkeling van dat containerveld te stoppen. Die besluiten werden door de Afdeling bestuursrechtspraak vernietigd. In de procedure staat het onrechtmatige handelen van de gemeente jegens holding vast. De positie van de dochter laat ik buiten beschouwing. Holding vordert van de gemeente schadevergoeding. De bedrijfsactiviteiten van holding waren ondergebracht in de dochter, die winst heeft gederfd doordat zij door de besluiten van de gemeente gehinderd is in haar exploitatiemogelijkheden. Als gevolg daarvan is door holding schade geleden bestaande in gederfd dividend of in een lagere waarde van haar aandelen in de dochter. Het hof wijst die vordering af. In cassatie overweegt de Hoge Raad dat het leerstuk van afgeleide schade in dit geval niet van toepassing is. Schade van een dochter kan ook schade van de aandeelhouder (de holding) in de vorm van gemiste dividenduitkeringen of een lagere waarde van de aandelen tot gevolg hebben. Die schade kan, mede gelet op de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, vergoed worden (i) als deze schade in verband staat met de onrechtmatige gedragingen van de gemeente jegens de holding en (ii) als een gevolg van die gedragingen aan de gemeente kan worden toegerekend. Dat geldt ook als de aandelen door de holding niet tussentijds zijn verkocht. Top-down is dus ook mogelijk!