DGA verkoopt zijn aandelen aan een derde kort voor faillissement. Aansprakelijkheid jegens schuldeisers van de vennootschap

Niet zelden vist een crediteur die een vordering op een vennootschap heeft achter het net. Daarvoor kunnen talloze oorzaken zijn. In lagere rechtspraak gaat het met enige regelmaat om een situatie waarin een enig aandeelhouder en bestuurder (‘DGA’) van een bv zijn aandelen in het kapitaal van die vennootschap aan een derde overdraagt. Kort daarna gaat de vennootschap failliet. De crediteur blijft vervolgens onbetaald achter en heeft in de regel slechts een concurrente vordering op de boedel. Veelal is sprake van (een vorm van) faillissementsfraude, die de samenleving veel geld kost.
De vraag is of in deze gevallen sprake is van een onrechtmatige aandelenoverdracht. Zo ja, is de DGA aansprakelijk voor de schade die de crediteur als gevolg van deze onrechtmatige daad lijdt? Is in dat geval sprake is van bestuurders- of van aandeelhoudersaansprakelijkheid?

schreef daarover eerder in zijn bijdrage in de .

Op 1 oktober 2019 wees het Hof Den Haag een arrest over dit onderwerp (). Ook hier ging het om een DGA die zijn aandelen verkoopt aan een derde kort voor het faillissement van zijn vennootschap. In dit geval achtte het hof de DGA niet aansprakelijk jegens de schuldeisers van de vennootschap. Rogier schreef onder die uitspraak een annotatie voor de rubriek Ondernemingsrecht van Jurisprudentie in Nederland (JIN). Klik  om die noot te lezen.